Een zonnige toekomst? Een pensioenverzekering biedt de mogelijkheid om voor uw pensioen te sparen, als aanvulling op uw AOW. Meestal bouwt u pensioen op via uw werkgever. De werkgever kan dit pensioen bij een pensioenenfonds, premiepensioeninstelling of verzekeraar onderbrengen. Bij het onderbrengen van een verzekeraar praten we over een pensioenverzekering. Bekijk hieronder de verschillende soorten pensioenen:
Het ouderdomspensioen gaat in vanaf de pensioendatum, dit is meestal 67 jaar. (AOW-leeftijd). Dit pensioen loopt tot aan het moment van overlijden. Als u voor uw 67e wilt stoppen is er een tijdelijke ouderdomspensioen. Zo kunt u dus eerder stoppen met werken of minder gaan werken. Hoe eerder u uw ouderdomspensioen in laat gaan, hoe langer uw pensioen wordt.
In veel pensioensregelingen is de pensioenleeftijd 65. Sommige pensioensregelingen bieden u de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan, bijvoorbeeld op uw 60e. Het prepensioen gaat dus in voor de officiële pensioendatum en loopt tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Na het prepensioen wordt de gewone ouderdomspensioen uitgekeerd.
Dit is een aanvulling op de wettelijke arbeidsongeschiktheidsregeling, de WAO. De arbeidsongeschiktheidsregeling eindigt wanneer de pensioendatum bereikt is. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, krijgt u ook maar een gedeelte van het pensioen. In veel regelingen is opgenomen dat bij arbeidsongeschiktheid de ouderdoms- en nabestaandenpensioen gewoon doorlopen.
Naast het gewone partnerpensioen kennen sommige pensioensregelingen het tijdelijk partnerpensioen. Dit is voor achterblijvende partners die jonger dan 65 jaar is. Dit pensioen is bedoeld om het tijdelijke gemis aan een anw-uitkering op te vangen.
Dit is een pensioen voor de achterblijvende partner, Het partnerpensioen wordt uitgekeerd vanaf het moment dat u overlijd tot aan het moment dat uw partner overlijd. In de meeste pensioensregelingen maakt het niet uit of u met uw partner gehuwd bent of niet, maar dit geldt niet voor alle pensioensregelingen.
Als uw pensioenregeling een pensioendatum eerder dan 65 jaar heeft, dan krijgt u naast uw ouderdomspensioen ook nog een tijdelijk overbruggingspensioen om het gemis aan AOW op te vangen. Dit is dus een extra pensioen naast uw ouderdomspensioen. Het gaat in vanaf het moment dat u met pensioen gaat tot het moment dat u 65 jaar bent. Vanaf u 65e jaar betaald u minder sociale verzekeringspremies en kan het tijdelijke overbruggingspensioen vervallen.
Het nabestaandenpensioen is bedoeld om uw nabestaande een nabestaandenpensioen te geven na uw overlijden. Dit kunnen uw partner of kinderen zijn.
Dit betekend dat u verzekerd bent tegen het risico dat u komt te overlijden. Als u komt te overlijden dan krijgt uw nabestaande een nabestaandenpensioen. Wanneer u stopt met betalen van de premie (bijvoorbeeld door ontslag of het bereiken van de pensioendatum), dan heeft u geen aanspraak meer op het nabestaandenpensioen. Dit pensioen is te vergelijken met een brandverzekering voor uw huis, zolang u geen premie betaald bent u niet verzekerd.
Het wezenpensioen wordt uitgekeerd aan uw kind(eren) vanaf het moment dat uw overlijd. Meestal gaat het om een halfwezenpensioen ( als nog één ouder in leven is). Het wezenpensioen stopt meestal op 18- of 21 jarige leeftijd. Als uw kind studeert of arbeidsongeschikt is , en beide ouders zijn overleden, dan krijgen de wezen meestal een dubbel wezenpensioen.